dinsdag, 25 mei 2021 11:00

Verlenging Tijdelijke wet maatregelen covid-19

Bijdrage Alexander van Hattem
plenair debat EK 25 mei 2021

Voorzitter,

Terwijl Nederland hunkert naar de terugkeer van onze vrijheid besluit het demissionaire kabinet om met een pennestreep de spoedwet en de daaraan verbonden maatregelen weer voor drie maanden te verlengen, tot 1 september. En dat terwijl de ziekenhuisopnames en het aantal besmettingen al wekenlang met rasse schreden dalen. Het demissionaire kabinet pakt gewoon door op het volgende velletje carbonpapier met de afdruk van de spoedwet die sinds 1 december vorig jaar van kracht is.

Een wet die grondrechten en burgerlijke vrijheden ernstig inperkt en grondslag biedt om – wanneer dit het kabinet goeddunkt – zeer ingrijpende maatregelen te nemen. Maatregelen waarvan het onbewezen is of ze effectief zijn zoals de avondklok, die met deze wet in de hand zelfs overdag kan worden afgekondigd. Veelal maatregelen die de samenleving opzadelen met een enorme bureaucratie, boetes en betutteling en in de praktijk niet effectief bijdragen in de aanpak van het coronavirus. Nederland wil zijn vrijheid terug en heel veel sectoren kunnen nu al verantwoord open.

Wat de PVV betreft stoppen nu sowieso al alle maatregelen en boetes in de buitenlucht, daar vinden immers vrijwel geen besmettingen plaats.  Deze spoedwet zou ook niet verlengd moeten worden alsof het een nieuw normaal is, maar we moeten juist werken aan een terugkeer naar het oude normaal.

De verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (Twm) is door de minister zéér summierlijk onderbouwd. Zo stelt hij in het besluit: “De Twm en de maatregelen die op grond daarvan zijn genomen, zijn namelijk onverminderd noodzakelijk om de uitbraak van covid-19 te bestrijden.” De minister doet hier een aanname zonder deze nader te onderbouwen. Kan de minister nader toelichten waarop deze ‘onverminderde’ noodzakelijkheid gebaseerd is? Waarom geeft de minister geen toetsbare indicatoren voor de verlenging van deze wet en maatregelen, zoals gevraagd in de bij de invoering van deze Twm aangenomen motie-Van Hattem? Graag een reactie van de minister.

De minister baseert het verlengingsbesluit op het 109e OMT-advies van 19 april jl. Dit advies stelt nog dat in de daaraan voorafgaande week het aantal meldingen van positief geteste personen is toegenomen met 9 procent. We zijn inmiddels meer dan een maand en verschillende OMT-adviezen verder en het aantal positief geteste personen en het aantal ziekenhuisopnames vertoont sindsdien een duidelijk dalende lijn, zoals ook te zien is op het Coronadashboard. Kan de minister aangeven waarom hij bij het inwerking laten treden van het verlengingsbesluit per 1 juni niet uitgaat van de meest actuele gegevens, die juist een heel andere tendens laten zien dan de ontwikkelingen begin april? Is de minister bereid tot een heroverweging gelet op deze cijfers?

Ook stelt de minister: “Alle indicatoren wijzen er echter nog steeds op dat de huidige situatie past bij het risiconiveau <<zeer ernstig>>.” Kan de minister aangeven op welke indicatoren hij hier concreet doelt en welke wegingsfactoren en grenswaarden hij bij deze indicatoren heeft gebruikt?

Verder geeft de Raad van State in haar advies bij dit verlengingsbesluit aan: “Zo stelt de stand van zakenbrief van 13 april 2021 op p. 16 dat voor de eerste versoepeling het aantal dagelijkse ziekenhuisopnames leidend zijn, zonder dat wordt ingegaan op de betekenis van eerder genoemde indicatoren. De Afdeling wijst hierbij op bijvoorbeeld de R-waarde, maar merkt ook overigens op dat de verhouding tussen het openingsplan, de inschaling op de routekaart en de betekenis hierbij van de indicatoren van het coronadashboard onduidelijk is.”

Daarmee gaat de Raad van State mee in de kritiek die ik eerder in het interpellatiedebat heb geuit op de omgang van het kabinet met indicatoren. De minister geeft wel bepaalde zaken als indicator aan, zo stelde hij in het interpellatiedebat dat “ziekenhuisopnames het meest bepalend zijn als epidemologische parameter” maar blijven de wegingsfactoren bij die indicatoren onduidelijk. Kan de minister aangeven hoe hij om wil gaan met deze opmerking van de Raad van State, dat de betekenis van indicatoren onduidelijk is? Kan de minister aangeven of hij deze kritiek van de Raad van State ter harte wil nemen voor een effectievere uitvoering van de motie-Van Hattem?

En om terug te komen op de verlenging van de maatregelen: als de ziekenhuisopnames de meest bepalende indicator zijn, dan zou gelet op de eigen logica van de minister de verlenging van de spoedwet niet “onverminderd noodzakelijk” zijn. Kan de minister dit toelichten en ook aangeven waarom allerlei maatregelen nog worden gecontinueerd die totaal geen bewezen effect hebben, zoals de maatregelen in de buitenlucht, zoals de beperkingen voor terrassen en daarnaast bijvoorbeeld de verboden verkoop van alcohol door supermarkten na acht uur ’s avonds? Wat zijn de indicatoren en wegingsfactoren om de effectiviteit van deze maatregelen te kunnen beoordelen? Waarom moeten horeca-ondernemers, winkeliers en hun klanten nog langer onnodig worden lastiggevallen met deze staatsdwang en willekeur als er geen enkel effect aangetoond kan worden?

Voorzitter, tot slot. In 1984 stelde de vrije markteconoom en Nobelprijswinnaar Milton Friedman in zijn boek ‘Tyranny of the Status Quo’: “Niets is zo permanent als een tijdelijk overheidsprogramma” (“But nothing is so permanent as a temporary government program”). Deze “tijdelijke wet” maatregelen covid-19 moet ook niet een steeds permanenter karakter krijgen, niet het ‘nieuwe normaal’ worden. Nederland moet juist af van deze spoedwet en zo snel mogelijk terug naar ons oude normaal.

798 keer gelezen